DOOR CYRIEL PLUIMAKERS, JAZZENZO
De Instant Composers Pool moet het al geruime tijd zonder een van zijn geestelijk leiders stellen. Pianist Misha Mengelberg is dementerend en speelt niet meer mee, maar zijn gedachtegoed en originele geest is nog volop aanwezig in het ensemble. Pianist Guus Janssen heeft de rol van Mengelberg op onnavolgbare wijze overgenomen en improviseert in de geest van de grote muzikale vrijdenker.
Mengelberg weekte de geïmproviseerde muziek los uit de gestaalde kaders van de jazz. Samen met Han Bennink stond hij aan de wieg van wat we nu New Dutch Swing noemen. Een muzikaal genre van eigen bodem, waarin niet alleen vrij geïmproviseerd wordt, maar ook ouderwets geswingd.
Het nieuwe album ‘Restless in Pieces’ refereert uitbundig aan de ICP-successen van weleer. Zo bevat de productie twee bekende nummers van Herbie Nichols: ‘Blue Chopsticks’ en ‘Lady Sings The Blues’. Beide stukken krijgen ouderwets goede uitvoeringen, met een hoofdrol voor het slagwerk van Han Bennink, die in zijn solo’s en begeleiding uitgebreid refereert aan de legendarische New Orleansdrummer Warren ‘Baby’ Dodds (1898-1959). Bennink vormt duidelijk de motor achter het orkest en speelt alsof zijn leven ervan afhangt. De afwezigheid van Mengelberg vangt hij samen met Guus Janssen ruimschoots op en krijgt een hoogtepunt in de uitvoering van Thelonious Monk’s ‘Locomotive’.
Bijzonder is de inbreng van vocalist Mattijs van de Woerd, onder meer bekend van zijn prominente rol in het close harmony ensemble Frommermann. Met zijn baritonstem weet hij de tijden van weleer te laten herleven in ‘Restless in Pieces’, een compositie van Tristan Honsinger, en de suite ‘C.E.I.’, met drie bewerkingen van composities van Charles Ives (1874-1954): ‘Where the Sunflowers Grow’, ‘ Rambling Rake’ en ‘Yon Horizon’. Van de Woerd doet meer dan eens denken aan de zoetgevooisde variété-zangers uit de jaren twintig.
‘Restless in Pieces’ bevat maar liefst vijf composities van Mengelberg: ‘Kwijt’, ‘Samba Zombie’, ‘Rollo I’, ‘Rollo II’ en ‘Anatole’. Alle stukken krijgen geïnspireerde vertolkingen, waarbij vooral de gedreven solo’s van pianist Guus Janssen en altsaxofonist Michael Moore in ‘Samba Zombie’ opvallen. Een fraaie afsluiter vormt ‘Anatole’, waarin Mattijs van de Woerd met zijn ‘mislukte soul’ klinkt als een aan lager wal geraakte party-muzikant en het goedkoop klinkende elektronisch orgeltje van Guus Janssen voor een slapstickeffect zorgt.
De muziek van de Instant Composers Pool is nog minstens zo krachtig als ruim vijftig jaar geleden en de toevoeging van de veelzijdige en humoristische Mattijs van de Woerd is een echte vondst!